Luisterwandeling Balk Boterdorp
Wandel langs de Luts en luister via je eigen telefoon naar de mooiste verhalen over de bijzondere botergeschiedenis van Balk. Ooit was de Friese boter zelfs een begrip in Londen. Balk is rijk geworden door de boterhandel. Bezoek de plekken die nog herinneren aan die tijd. En hoor Balksters vertellen hoe boter hun leven nog steeds beïnvloedt.
Balk Boterdorp is vanaf 8 september beschikbaar. De route en verhalen worden aangeboden via het digitale platform izi.TRAVEL. Download de app en vind de luisterwandeling met de zoekterm ‘Balk’. Gebruik bij voorkeur een hoofdtelefoon. De luisterwandeling is zelfstandig te doen en duurt ongeveer één uur.
Balk was van de 15e tot de 18e eeuw van belang als centrum voor de boterhandel. De op de waag in Balk verhandelde boter vond ruim afzet in Engeland en Frankrijk.
De waag:
Aanvankelijk was de boterwaag in Balk gevestigd bij het raadhuis op de hoek van de Raadhuisstraat en Dubbelstraat. De trap in de kade naast de brug bij het raadhuis herinnert hieraan.
Het raadhuis gezien vanaf de Wijckelerzijde (Raadhuisstraat). De overkapping gaf toegang tot de boterwaag.
Rond 1865 verhuist het waaglokaal naar de Harichsterzijde, nu van Swinderenstraat 16.
In 1878 laat de gemeente Gaasterland een nieuw postkantoor bouwen op de hoek van de Dubbelstraat en de Lytse Side. Eeuwenlang de locatie van herberg De Roskam. Achter het postkantoor langs de kade van de Lytse Side verrijst een nieuw waaglokaal met daarboven een herberg. De Leeuwarder architect Jacob Izaaks Douma tekende voor het ontwerp.
De handel:
In de waag werd wekelijks de geproduceerde boter uit de omgeving ter veiling aangeboden. Er waren rond 1880 drie boterverenigingen actief in deze regio, namelijk de botervereniging “Balk” later “Oudste Botervereniging”genoemd, de botervereniging “Frisia” en “De Concurrent” .
Wimke Cornelis van der Zee was dienstmeid bij grossier Sikke Poppes, een broer van boterhandelaar Idske Poppes (1791-1863), in Balk en trouwde in 1841 met zadelmakerknecht Jacob Obes Hofstra (1808-1875). Van 1845 – 1875 was Hofstra fulltime waagmeester. Voormalig brievenbode Jochum Hendriks Porte (1820-1902) combineerde zijn baan als straatveger met het waagmeesterschap van 1875 – 1894. Tot de sluiting van de waag aan het eind van de 19e eeuw was de gepensioneerde landbouwer Durk Franzes Haarsma (1820-1899) deeltijd waagmeester.
Een weegbriefje van de waag in Balk afgegeven op 29 juli 1884. (archief gemeente Gaasterlân-Sleat)
De boer met pijp is Douwe Sikkes Bangma (1826-1874) van Trophorne. Zijn vrouw Grietje Jentjes Douma produceerde geregeld eerste keur boter en kaas. De foto is genomen op de weekmarkt te Koudum. (archief Mar en Klif/Twerda)
Aangevoerde boter op de markt in Balk gepubliceerd in het Rotterdamsch Nieuwsblad van 8 november 1878 .
De boterhandelaren:
De boterhandelaren verdienden goed geld met de verkoop van boter. En dat wilden ze ook laten zien. Ze bouwden huizen met rijk versierde gevels langs de oevers van de Luts, te herkennen aan de botertonnen verwerkt in de ornamenten.
Van Swinderenstraat 7 te Balk
Boterkoper Poppe Idskes Poppes (1763-1837) laat in 1789 een nieuw pand bouwen naast de Hervormde kerk aan de Harichsterzijde in Balk.
Van Swinderenstraat 8, It Bûterhûs
Boterkoper Jan Poppes (1712-1787) bewoonde tot zijn dood dit in 1633 gebouwde pand. Oorspronkelijk in renaissance stijl met trapgevel . Vergelijk de gevel van het in 1615 gebouwde raadhuis in Balk. De trapgevel is verdwenen, maar de kenmerkende gevelstenen en natuursteen hoekstenen zijn gebleven.
Raadhuisstraat 11 te Balk
Boterkoper Hans Ygrams van der Werf (1752-1824) koopt in 1780 een pand aan de Wijckelerzijde in Balk. In 1793 laat hij pand grotendeels vernieuwen. Met de rijksversierde ornamenten in voorgevel laat de eigenaar zien dat hij een succesvol boterhandelaar was.
De productie:
Tot de komst van de zuivelfabrieken aan het eind van de 19e eeuw maakten de boer en boerin hun eigen boter. Een grote boer had in die tijd rond de 20 koeien. Boerderijen gebouwd in die periode zijn te herkennen aan de kelders onder het voorhuis. Deze koele ruimte was uitermate geschikt voor bewaren van zuivel en het maken van zuivelproducten. De kop-hals-romp boerderij aan de Lorbuorren 3 in Harich is zo’n boerderij. In 1811 gebouwd in opdracht van boterkoper Poppe Idskes Poppes (1763-1837). Elke boer gebruikte zijn eigen botermerk wanneer hij zijn boter wilde verkopen via de waag.
Foto kop-hals-romp-boerderij Lorbuorren 3
schoolplaat boter maken op de boerderij
bûtermerk van boer Frank A de Vries te Rijs/Oudemirdum.
Aanvankelijk maakte de in 1897 opgerichte coöperatieve zuivelfabriek “Harich” te Balk alle zuivelproducten voor lokaal gebruik zelf. Boter voor de export kreeg later een belangrijk aandeel daarin. In de loop van de jaren ging men zich verder specialiseren in de productie van kaas. In 2000 kwam een einde aan een eeuw zuivelindustrie in Balk. Kort daarna is het complex gesloopt op de monumentale directeurswoning na.
Schoolplaat boterproductie in fabriek
boterverpakking zuivelfabriek te Harich
verpakken van boter door Nieuwenhuis op de fabriek in Harich.
Bovenstaande informatie is aangeleverd door Johan Groenewoud. Meer informatie over de geschiedenis van Balk vindt u op de site: www.langsdeluts.nl
In onderstaand filmpje krijgt u een indruk van de opkomst en neergang van de boterhandel vanuit Friesland.